Manieren om grenzen te stellen
Respect verdienen
Wanneer het jongeren niet lukt respect te krijgen volgens de ‘regels’ van de burgerlijke cultuur, vormt de straatcultuur een alternatieve manier om respect te verkrijgen (Kaldenbach H. 2005). Zij hebben – meer dan anderen – behoefte aan respect, aan iemand die vertrouwen in ze heeft, die in ze gelooft. In de burgercultuur is het gebruikelijk een zekere mate van respect voor elkaar te hebben totdat het tegendeel bewezen wordt. Als buitenstaander uit de burgercultuur zul je het respect van deze kinderen en jongeren moeten verdienen. Voor deze jongeren geldt ook dat zij eerder op scherp staan als ze gebrek aan respect proeven, dus bij het leggen van contact is het belangrijk dat je beschikbaar en verwelkomend bent, niet oordeelt, eventuele problemen geleidelijk en langzaamaan aan de orde stelt en begrijpelijke taal gebruikt (Sijp, A., Zijlstra, E., De Boer, A., 2019).
Masculiene cultuur vs feminiene cultuur
De straatcultuur is een masculiene cultuur met mannelijke waarden als zelfpromotie, geldingsdrang en sterke competitiegerichtheid. In de straatcultuur geldt een duidelijke hiërarchie waarbij de onderlinge constante strijd om gezaghebbende posities zorgt voor voortdurende krachtmetingen. Je kunt in de onderlinge hiërarchie stijgen door lef, een imponerend uiterlijk, hardheid, criminaliteit of gewonnen vechtpartijen. Er is weinig ruimte voor gevoeligheden, het openlijk tonen van emoties, twijfel en empathie. Dit in tegenstelling tot onze vrij feminiene Nederlandse maatschappij met waarden als zorgzaamheid, zelfexpressie en het openlijk uiten van emoties.
Straattaal vs Standaardnederlands
Jongeren in de straatcultuur hebben een andere wijze van communiceren, waarbij het taalgebruik, afhankelijk van de stad, doorspekt is met Marokkaanse, Surinaamse en Engelse invloeden. In gesprekken wordt vaak grof gesproken en zwaar overdreven: ‘Ik haat je en maak je dood.’ Het overdrijven kan beschouwd worden als imponeergedrag en zelfpromotie.
Chaimae Fadis, de 21-jarige ambassadeur van de Hockey Foundation, vindt dat we ons als professional niet in straattaal moeten uitdrukken om zaken beter op kinderen en jongeren over te brengen: ‘Neem kinderen en jongeren serieus. Jonge mensen zijn niet gek: van een professional verwachten zij een professionele houding. Daar hoort ook taal bij, dus maak niet de fout om straattaal te gaan gebruiken. Dus geen fissa, geen fit girl, geen scorro of osso, maar gewoon ABN. Natuurlijk mag je de moeite nemen om zaken beter over te brengen, maar niet via straattaal’ (Chaimae Fadis vertelt hoe je jongeren bereikt, JOGG bijeenkomst In de buurt van jongeren,2011).
Cosmetische vs. intrinsieke straatcultuur
Onderzoekers op het gebied van straatcultuur onderscheiden cosmetische en intrinsieke straatcultuur. De groep jongeren voor wie de cultuur een cosmetische waarde heeft, is in staat om zonder al te veel problemen te switchen tussen verschillende leefstijlen. Bijvoorbeeld als dit noodzakelijk is in het belang van hun toekomstperspectief. Zij zijn het niet altijd eens met bepaalde gedragingen en opvattingen van de intrinsieke groep. Straatcultuur is meer een spel voor ze en een tijdelijke bevlieging die meer als kwajongensachtig en creatief wordt gezien en vanwege de etnische diversiteit en inclusie ook als een manier om zich te omringen met niet-witte jongeren.
De jongeren voor wie de straatcultuur intrinsiek is, zijn echt van de straat. Ze hebben zich de betekenissystemen, de codes, de ambities en de taal op zo’n manier eigengemaakt dat de straatcultuur hun enige levensstijl is. Het lijkt overeenkomsten te hebben met de collectivistische wij-cultuur (aan bod gekomen in kenniskluis 1) en het belang van eer. Dit kan in het begin zo lijken, uiteindelijk blijkt dat ook de straatcultuur ver van de normen en waarden van de ouders staan (El Hadioui, I., 2011).
Voornamelijk in de intrinsieke groep, maar ook in de cosmetische groep kan de dominantie en ‘harde’ masculiene cultuur destructieve gevolgen hebben in de vorm van sociale exclusie en sociale problematiek. Denk aan overmatig alcohol- en drugsgebruik, drugshandel, loverboys en loverboy-slachtoffers, voortijdig schoolverlaten en overlastgevend en crimineel gedrag (Peters E. 2015).
In deze podcast van de Islamitische Studentenvereniging Amsterdam (ISA) gaan Brahim Karag & Lotfi Oulad Ben Youssef in gesprek met drs. Iliass El Hadioui over hoe een onderzoek naar de relatie tussen straat- en schoolcultuur onder jongeren uitmondde in het ontwikkelen van een filosofie, waarbij docenten leren omgaan met straatgedrag op school.
Van de honderd biculturele jongens die starten in de brugklas havo of vwo, stroomt zeker 50% af naar een lager studieniveau. Verklaring voor dit gedrag? Een van de voornaamste redenen is de wrijving tussen de verschillende leefwerelden waar ze zich in bevinden. Jongeren die opgroeien in grote steden hebben te maken met diverse sociale ladders: de thuiscultuur (traditioneel), de schoolcultuur (burgerlijk, 'feminien') en de straatcultuur (macho, ‘masculien’). De jongeren moeten een deel van hun identiteit inleveren om in het schoolsysteem te passen, maar blijken het tegenovergestelde te doen. Dit gaat gepaard met sociale pijn en het gevoel er niet bij te horen.