Kenmerken en gevolgen van armoede
Wat betekent het om minder geld te hebben en wat zijn de gevolgen van armoede binnen het gezin? Kinderen en jongeren uit arme gezinnen zijn op meerdere vlakken slechter af dan kinderen uit meer welvarende gezinnen (Roest, A., 2011). Thuis is er vaak geen geld voor nieuwe kleren, de kapper, voor internet, voor iedere dag een warme maaltijd of een pauzehap mee naar school. Ook een lidmaatschap van een sportclub en het meedoen aan schoolexcursies is niet vanzelfsprekend. Deze kinderen worden dagelijks met het geldgebrek geconfronteerd en maken zich ook zorgen over de armoedesituatie thuis. Deze ongerustheid is gericht op geldproblemen, maar ook op de angst om bijvoorbeeld uit huis te worden gezet en geen eten of spullen te hebben.
De complexe dagelijkse realiteit van gezinnen met geldzorgen
Wat er precies speelt in de leefwereld van deze groep en welke belemmeringen er worden ervaren om te gaan sporten en bewegen, wordt pijnlijk voelbaar als je deze dubbelinterviews leest die Kenniscentrum Sport & Bewegen publiceerde over kinderen en hun ouders.
Hier lees je het verhaal van Roos en Bianca.
Hier lees je over Bella en haar moeder Anoeska.
Vicky Dellas Mirjam Stuij van het Mullier Instituut spraken met ze en tekenden hun verhalen op.
Sociale armoede
Geldgebrek is voor deze kinderen vaak niet het enige probleem, ook sociale uitsluiting en een onveilige situatie in het gezin kan veel schade aanrichten. Dit wordt sociale armoede genoemd, namelijk wanneer mensen niet mee kunnen doen aan het normale maatschappelijk leven omdat er geen geld is. Kinderen uit arme gezinnen zijn vaak slechter af op school, in hun vrije tijd, op sociaal gebied, qua voeding en gezondheid. Armoede vergroot dus de kans op een groot scala aan stressvolle ervaringen die de gezondheid van een kind niet ten goede komen.
Deze Signalenkaart Armoede kan een hulpmiddel zijn bij het herkennen en bespreekbaar maken van financiële zorgen in de gezinssituatie van onze doelgroep. Dit komt vaker voor dan we soms zien of beseffen.
Gevolgen van armoede op emotieregulatie
Armoede kan ook zorgen voor onveilige hechting, een slechtere hersenontwikkeling en is tegelijkertijd een risicofactor voor kindermishandeling. Onderzoek toont aan dat kinderen die op 9-jarige leeftijd in armoede leefden, als volwassenen een minder goede emotieregulatie hebben. Ze zijn minder goed in staat hun emoties te controleren (Kim, P., e.a., 2013). Hoe langer een gezin geldgebrek heeft, des te groter is de kans op nadelige gevolgen voor het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen. Wie als kind met geldzorgen wordt geconfronteerd, loopt bovendien meer risico op latere leeftijd in een vergelijkbare situatie terecht te komen (Nederlands Jeugdinstituut 2020).
Gevolgen van armoede voor ouders
Armoede en opvoedingsproblemen komen vaak samen voor, aangezien er vaak meerdere problemen tegelijkertijd spelen. Zo is aangetoond dat ouders met een lage SES vaker geneigd zijn hun kinderen af te wijzen of te verstoten door middel van straffen en fysiek en verbaal geweld (Dodge, K. e.a., 1994; Kessler, R., Price R., & Wortman C., 1985; Pinderhughes, E., Dodge, K., Bates, A., Pettit G., & Zelli, A., 2000).
Ook is gevonden dat in lage SES-gezinnen die in armoede verkeren doorgaans minder aandacht wordt besteed aan verschillende opvoedingsvaardigheden, zoals het geven van warmte, aandacht en het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties, zoals creativiteit en verbale vaardigheden (McLoyd, V., 1990; 1997).
Opvoedingsvaardigheden
De verklaring die hiervoor gegeven wordt, is dat ouders uit deze gezinnen vaker zorgen hebben en onder druk staan, waardoor ze onvoldoende tijd voor hun kinderen kunnen vinden. Daarnaast beschikken ze over minder informatie om hun kinderen een stressvrije omgeving te bieden (Wickrama, K., Noh, S., & Elder, G., 2009).
Vaak is er ook sprake van intergenerationele armoede, een 'cultuur van armoede' in families waar al enige generaties sprake is van armoede. In die families is een cultuur ontstaan van lage verwachtingen, fysieke vormen van disciplinering, hard of inconsistent straffen en weinig vertrouwen dat je zelf invloed hebt in je eigen situatie. Deze families hebben niet zozeer meer geld nodig als wel verandering van de houding en opvoedstijl van de ouders (Van Hee, L., 2017).